Wijziging Faillissementswet

De Faillissementswet gaat wijzigen! Afgelopen week heeft de Tweede Kamer gestemd over de beoogde wetswijziging en een aantal amendementen (wijzigingen op het wetsvoorstel). De achtergrond en gevolgen voor ‘onze’ Wsnp’s zetten we graag voor u op een rij.

Achtergrond

De afgelopen jaren hebben we de schuldenproblematiek zien toenemen, terwijl het aantal Wsnp-verzoeken steeds verder daalde. De toegang tot de Wsnp is daarom al lange tijd het belangrijkste speerpunt van de BBW. Ook het kabinet ziet de problemen hierin en werkt sinds 2018 aan het actieplan Brede Schuldenaanpak. De Regeling pilot toevoeging verzoek toelating Wsnp (PTW) is reeds een succesvol uitvloeisel hiervan, want het dalend aantal Wsnp-verzoeken lijkt eind 2022 een kentering te hebben gemaakt. Ondertussen zijn we ook al weer meer dan twee jaar bezig met de nu aangenomen wetswijziging en wordt het gebruik van de Wsnp mogelijk snel versterkt.

Wijzigingen

Wat heeft de Tweede Kamer precies goedgekeurd? Het wetsvoorstel en de aanvullende amendementen 21, 20, 30 en 29 zien op de volgende wijzigingen.

  1. Het wetsvoorstel wijzigt de goede trouw toets van 5 naar 3 jaar. De rechtbank zal na invoering toetsen of iemand ten aanzien van het ontstaan of niet betaald laten van zijn schulden ten minste 3 jaar te goeder trouw is geweest. Is hij dat niet, dan bestaat uiteraard nog steeds de mogelijkheid om een beroep te doen op de hardheidsclausule en dient de schuldenaar aan te tonen dat hij de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor zijn schulden (doorgaans) 1 jaar onder controle heeft gekregen.
  2. De tienjaarstermijn wordt volledig geschrapt. Waar het wetsvoorstel nog sprak over omstandigheden die de tienjaarstermijn buiten beschouwing zouden kunnen laten, is het met amendement nr. 21 volledig geschrapt. Iedereen die te goeder trouw is verdient in principe een tweede kans.
  3. De 285-verklaring wordt verduidelijkt. Er is vaak discussie en verschillende interpretatie van de huidige omschrijving. Moet eerst een volledig minnelijk traject worden doorlopen alvorens een Wsnp kan worden aangevraagd, wanneer is er sprake van “geen reële mogelijkheden tot een buitengerechtelijke schuldregeling”? Amendement nr. 20 zorgt dat artikel 285 Fw wordt aangevuld met “Als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, hoeft voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen.” Geen aflossingscapaciteit, langere tijd budgetbeheer of beschermingsbewind, duidelijk geen mogelijkheid tot een minnelijk akkoord met een bepaalde schuldeiser, of geen volledig beeld van de schulden kunnen worden gezien als reden om het minnelijk traject over te slaan.
  4. Als gevolg van amendement 30 wordt de duur van de Wsnp bij aanvang in principe vastgesteld op een looptijd van 1,5 jaar. De jarenlang gebruikte norm van 3 jaar sanering, zowel in de Wsnp als Msnp wordt gehalveerd. Wel blijft de mogelijkheid bestaan om de Wsnp te verlengen tot maximaal 5 jaar, wanneer dat mogelijkheid geeft om tekortkomingen te herstellen, of om andere redenen wenselijk is.
  5. Amendement 29 wijzigt tot slot ook de startdatum van een Wsnp. Niet bij een rechtstreeks Wsnp-verzoek, dan start de Wsnp op de dag van de uitspraak. Is er echter een minnelijk traject aan vooraf gegaan, dan wordt bij uitspraak Wsnp de startdatum gesteld op de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling.

Vervolg

De volgende stap is goedkeuring of afkeuring (wijziging is niet meer mogelijk) door de Eerste Kamer en de verdere uitwerking ligt bij het Ministerie van Justitie & Veiligheid. Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, zal in het tweede kwartaal van 2023 haar zienswijze geven over de aansluiting van het minnelijk traject op de wijzigingen binnen de Wsnp. Ook zal Franc Weerwind, minister voor Rechtsbescherming, zich moeten uitlaten over implementatie van de wijzigingen en overgangsrecht. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving per 1 januari 2024.

Hoewel we als beroepsvereniging verwachten dat deze substantiële wijzigingen zullen bijdragen aan het doel om de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsanering (Wsnp) te verbeteren, blijft de BBW kritisch. Met name de aanvullende amendementen hebben grote impact op zowel Wsnp als Msnp, maar de uitvoerbaarheid hiervan is minder getoetst dan het oorspronkelijke wetsvoorstel. De BBW staat in nauw contact met ketenpartijen als Bureau Wsnp, Recofa en het Ministerie van Justitie & Veiligheid en werkt samen aan de uitvoerbaarheid, duidelijkheid en evenwicht tussen Wsnp en Msnp.

Overigens ziet de wetswijziging niet op regulering van het traject tussen aanmelding en schuldsanering, dus ook daarop blijft onze focus. Naar mening van de BBW moeten we nu niet uit het oog verliezen dat de beoogde tijdwinst met name in dat stadium is te behalen.

Vragen/opmerkingen

Heeft u vragen of opmerkingen? Laat het ons weten (info@bbwsnp.nl). We nemen de inpunt van onze leden graag mee in het verdere proces.

Vorig bericht
Column Geert Lankhorst * – Geen medewerkingsplicht schuldhulp tijdens aanvraagprocedure.
Volgend bericht
Column Geert Lankhorst * – Afwijzing dwangakkoord: saneringskrediet, maar mogelijk meer  verdiencapaciteit.

Gerelateerde berichten

Geen resultaten gevonden.
keyboard_arrow_up