Een nieuwe algemene maatregel van bestuur verzamelt alle lagere regelgeving ter uitvoering van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening. Inwerkingtreding is reeds per 1 januari 2021. Doel van dit besluit is om de zgn. vroegsignalering te regelen, dat wil zeggen welke gegevens schuldhulpverleners mogen verwerken om inwoners met schulden uit eigen beweging een intakegesprek aan te bieden. Inzet is dat gemeenten preventiever gaan werken bij schuldenproblemen. Wat ook wordt geregeld is hoe een besluit te nemen over de toegang tot en het plan van aanpak voor gemeentelijke schuldhulpverlening, de verwijsindex en het breed minnelijk moratorium.
De (wijzigings-)wet gemeentelijke schuldhulpverlening
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is recent gewijzigd. In artikel 8 was al de mogelijkheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen voor het gegevensverkeer met en tussen instanties ter ondersteuning van gemeenten bij de uitvoering van de Wgs. Dat gebeurt nu ook via een nieuw besluit. Bij de Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. 239) is in artikel 3 de mogelijkheid opgenomen om signalen van schuldeisers te bepalen op basis waarvan schuldhulpverleners uit eigen beweging een intakegesprek aan moeten bieden aan inwoners met schulden (vroegsignalering van schulden). Deze “early warning” wordt geconcretiseerd in een algemene maatregel van bestuur: het nieuwe Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening van 6 juli 2020 (Stb. 2020, 240). En de regels die voorheen op grond van artikel 5 Wgs in het (nu in te trekken) Besluit breed moratorium waren (Stb. 2017, 83) opgenomen, zijn voortaan ook in het nieuwe besluit opgenomen, zodat de onderliggende regelgeving van de Wgs in één gebundelde AMvB worden vastgelegd.
Artikel 3a : Uitvoering van Wgs en mandatering aan externe deskundigen
Nieuw in de wijzigingswet is ook artikel 3a Wgs. Dit is zeker interessant voor bewindvoerders. Het College van B&W kan de uitvoering van de Wgs door derden laten verrichten, behalve de vaststelling van de rechten en plichten van de inwoner en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden. Dit laatste blijft verantwoordelijkheid van de gemeente, maar kan wel in mandaat worden uitgeoefend. Het College kan die vaststelling en beoordeling mandateren aan een organisatie of instelling, die zich blijkens haar doelstelling of werkzaamheden richt op schuldhulpverlening. Dus bijvoorbeeld aan een bewindvoeringsorganisatie. Dat gebeurde natuurlijk in de praktijk al wel eens, maar de wettelijke grondslag wordt nu netjes geregeld. Zeker als het de gemeenten binnenkort over de schoenen loopt met een toenemende instroom als gevolg van Corona – de NVVK zegt immers een “boeggolf” aan schulden te verwachten – is iedere externe hulp natuurlijk van harte welkom. Dit klemt temeer nu de vroegsignaleringstaak en het adviesrecht bij schuldenbewind ook nog eens extra inzet van de gemeente zullen vergen. Die twee extra rollen gecombineerd met een hogere Corona-gerelateerde instroom in de schuldhulp roept om assistentie door expertise van buitenaf. In dit nieuwe artikel 3a Wgs:
“…wordt expliciet opgenomen dat het college schuldhulpverlening kan mandateren en verduidelijkt dat de aard van de bevoegdheid zich daarmee niet tegen mandatering verzet. In de huidige praktijk van schuldhulpverlening komt het voor dat het college de taak laat uitvoeren door gespecialiseerde private schuldhulpverleners, die door het college ingehuurd worden dan wel dat het college onderdelen van zijn taak overlaat aan vrijwilligersorganisaties. De gespecialiseerde private schuldhulpverleners hebben veel kennis en ervaring en kunnen zo de juiste hulp bieden. Aangezien niet alle gemeenten deze kennis hebben of willen hebben, is het wenselijk dat deze mogelijkheid blijft. Tegelijk wordt met dit wetsvoorstel de rechtsbescherming van de burgers die met schuldhulpverlening in aanraking komen, verbeterd. Of het nu het college zelf is dat het besluit over de toegang neemt en de uitvoering doet, of dit (in zijn geheel) aan een gemandateerde instelling overlaat, een inwoner kan via bezwaar en beroep tegen het college in verweer komen als de geboden hulp naar zijn mening onvoldoende is of onterecht wordt afgewezen. Het college kan zowel de uitvoering van de Wgs als de besluitvorming in het kader van de Wgs overlaten aan instellingen die zich bezighouden met schuldhulpverlening. Om de besluitvorming aan deze instellingen over te laten, is het nodig dat het college dit mandateert. Met betrekking tot de uitvoering kan het college alle onderdelen door deze instellingen laten uitvoeren zoals het voeren van het eerste gesprek of het zelf benaderen van inwoners naar aanleiding van een vroegsignaleringssignaal. Bij mandatering en uitbesteding blijft het college verantwoordelijk, bijvoorbeeld ook voor het behandelen van klachten.”
(Memorie van Toelichting; TK 2019 – 2020, 35 316, nr. 3, p. 31)
Doel AMvB
Terug naar het nieuwe besluit. Het doel is te regelen a. welke gegevens de schuldhulp mag verwerken om inwoners met schulden “spontaan” een intakegesprek aan te bieden en b. de besluitvorming over de toegang tot en het plan van aanpak voor gemeentelijke schuldhulp. Voor een goede schuldhulp is het essentieel dat de schuldhulpverlener beschikt over vijf soorten accurate informatie:
1. Gegevens voor vroegsignalering van schulden;
2. Plan van aanpak schuldhulpverlening: gegevens van andere hulpverleners voor een afgestemde aanpak;
3. Gegevens voor het besluit over toegang tot schuldhulpverlening;
4. Plan van aanpak schuldhulpverlening: gegevens over inkomen, vermogen en betalingsachterstanden; en
5. Gegevensverstrekking over wie schuldhulpverlening ontvangt.
Vroegsignalering
De AMvB wijst zes signalen aan voor de vroegsignalering van schulden. Drie van deze signalen komen van energieleveranciers: betalingsachterstanden op elektriciteit, gas en warmte. Daarnaast huurachterstanden en achterstallige betaling van het drinkwater en van de zorgverzekering. Zowel een enkelvoudig signaal als combinaties van signalen op een adres zijn aanleiding om een aanbod tot een gesprek te doen. De zes signalen zijn stuk voor stuk een adequate indicatie dat de eerste levensbehoeften worden bedreigd. Bijvoorbeeld alleen de schulden voortvloeiende uit de zorgverzekering als signaal gebruiken, betekent dat de groep die betalingsproblemen afwendt door de huur of de energierekening niet te betalen, niet wordt gevonden.
Gebruik Verwijsindex Schuldhulpverlening krijgt wettelijke basis
Gemeenten moeten per 1 januari 2021 gegevens over personen die bekend zijn bij de schuldhulp uitwisselen met schuldeisers, bewindvoerders, kredietverstrekkers, maar ook met gerechtsdeurwaarders. Voor de afstemming over schuldhulp met gerechtsdeurwaarders gaan gemeenten de Verwijsindex Schuldhulpverlening (VISH) gebruiken. Dit staat ook in het nieuwe besluit. VISH bestond al enkele jaren als informatiesysteem van de Koninklijke Beroepsvereniging van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de NVVK. Het laat zien of iemand schuldhulp krijgt. De deurwaarder kan zo zijn opdrachtgever beter informeren over de zin(loosheid) van verdere incasso. Belangrijkste doel is om mensen met schulden tijdig in beeld te krijgen en schuldhulp aanbieden. Op basis van VISH kunnen gerechtsdeurwaarders of andere gemeenten informatie bij de schuldhulpverlener opvragen. Zo kunnen de deurwaarder en de schuldhulp hun acties afstemmen. Het Besluit legt vast dat gemeenten gerechtsdeurwaarders informeren over wie schuldhulpverlening krijgt. Samenwerking tussen die twee is nodig om mensen met problematische schulden beter te kunnen helpen. In de praktijk gebeurt dat al, maar omdat het over gevoelige persoonsgegevens gaat, is het belangrijk om de bescherming van de privacy ook juridisch goed te regelen.
Het ligt volgens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de hand dat gemeenten deze goed werkende voorziening op grote schaal gaan gebruiken en dat alle gebruikers aan zullen sluiten. In artikel 17 van het Besluit wordt gegevensverstrekking van het College van B&W aan derden geregeld, op grond van artikel 8, tweede lid, Wgs. Het is van belang dat gerechtsdeurwaarders, schuldeisers, bewindvoerders en kredietverstrekkers op de hoogte zijn dat een persoon schuldhulpverlening ontvangt. Hun medewerking is nodig bij schuldhulpverlening. Voor communicatie met gerechtsdeurwaarders wordt dan de VISH gebruikt. Gegevensuitwisseling met kredietverstrekkers gaat in de praktijk via het Bureau Kredietregistratie (BKR).
Bronnen: Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening van 6 juli 2020, Stb. 2020, 240 en 241; Besluit Breed Moratorium van 6 maart 2017 (Stb. 2017, 83); Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening van 9 februari 2012 (Stb. 2012, 78); Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 2020, nr. 239)