De schuldsanering wordt in deze zaak door de rechtbank in Roermond – ondanks de huidige standaardtermijn van anderhalf jaar – verlengd tot 24 maanden in verband met het volgen van een rijopleiding die een baangarantie tot chauffeur biedt. Deze verlenging heeft de volgende reden; in de schuldsaneringsregeling gelden – in het belang van het sparen ten behoeve van de schuldeisers – de arbeidsplicht en sollicitatieplicht, en deels studeren in plaats van voor dat deel solliciteren/werken is in principe niet volgens de inspanningsregels. De schuldsanering is nu eenmaal geen hulpverleningstraject waarbij betrokkenen vooral ruimte krijgen om aan zichzelf te werken of in zichzelf te investeren.
Anderhalf jaar is de nieuwe hoofdregel
Verzoeker A heeft op 3 augustus 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker heeft een problematische schuldenlast en is geboren in 1970. De mondelinge behandeling van het verzoekschrift bij de rechtbank in Roermond heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2023. Het verzoekschrift voldoet aan alle eisen. Voldoende aannemelijk is voor de rechtbank geworden dat ten aanzien van verzoeker is voldaan aan de eisen van de goede trouw zoals vermeld in artikel 288 lid 1 Faillissementswet. Van een grond voor afwijzing van het verzoek is de rechtbank niet gebleken. Op 1 juli 2023 is de nieuwe wijzigingswet WSNP (Staatsblad 2023, 87) in werking getreden, zo overweegt de rechtbank te Roermond. De wetswijziging heeft (onder meer) in de nieuwe versie van artikel 349a Fw tot gevolg, zo vervolgt de rechtbank, dat de wettelijke schuldsaneringsregeling in principe anderhalf jaar – in plaats van de vroeger gebruikelijke drie jaar – gaat duren, maar dat de rechter na bestudering van het dossier kan bepalen dat deze termijn eventueel wordt verkort of verlengd.
Concreet uitzicht op betaald werk
De nieuw geldende standaardtermijn van anderhalf jaar is dus een uitgangspunt waarbij zowel een verkorting als een verlenging mogelijk is. Na bestudering van het dossier is het de rechtbank gebleken dat tijdens het minnelijk traject nog niets is gespaard voor de schuldeisers, immers A werkt niet en heeft dit ook nog niet gedaan. Tijdens de zitting heeft A verklaard dat hij thans bezig is met het behalen van zijn rijbewijs om touringcarchauffeur te worden. Het eerste examen is gepland en er volgen nog 2 modules, waarna er 24 uur praktijkles ingepland moet worden. A schat in dat hij over zes maanden zijn rijbewijs heeft en dat hij dan kan beginnen met werken, en hij heeft een aantoonbare baangarantie als hij zijn examen haalt. De krappe arbeidsmarkt zit de werkzoekenden momenteel natuurlijk in het algemeen wel mee. Wat er gebeurt als het rijexamen niet wordt behaald – dat schijnt in de praktijk wel eens voor te komen ! – vertelt het verhaal niet. Want zou bij een eventueel herexamen de schuldsanering weer kunnen of moeten worden verlengd ?
Belang van de schuldeisers
Hoe dit ook zij – de rechtbank is van oordeel dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling verlengd moet worden met zes maanden; namelijk de tijd dat A nog bezig is om zijn rijbewijs te halen. In de schuldsaneringsregeling gelden nu eenmaal de arbeidsplicht en sollicitatieplicht, zoals die ook voorafgaande aan de zitting aan A zijn opgestuurd. Deels studeren in plaats van voor dat deel solliciteren/werken voor de boedel is in principe niet volgens de regels. De wettelijke schuldsaneringsregeling is nu eenmaal – zo vermanen de Roermondse rechters – geen hulpverleningstraject waarbij betrokkenen vooral ruimte krijgen om aan zichzelf te werken of in zichzelf te investeren. Het is daarentegen een traject waarin zoveel mogelijk moet worden gespaard voor de schuldeisers en dat gaat natuurlijk via zoveel mogelijk werken, aldus de rechtbank.
Met verlenging meer kans
Deze verlenging op voorhand lijkt wel een elegante methode om mensen van goede wil (en goede trouw) een schuldsaneringskans te bieden in plaats van ze voor te houden dat eerst maar eens de opleiding moet worden afgerond en werk moet worden gevonden, waarbij in de tussentijd de problematische schuldsituatie zonder betaald werk natuurlijk niet vanzelf vebeteren zal. Essentieel daarbij is vermoedelijk dat het inkomen uit werk geen vroom “wensdenken” is, maar dat de opleiding in een gevorderd stadium is en dat er bij de toelatingszitting een concrete baangarantie wordt aangetoond. De rechtbank spreekt zodoende de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van A, voorheen handelende onder de naam van zijn onderneming, en doet dat met ingang van de datum van dit toelatingsvonnis van 17 oktober 2023; de rechtbank stelt de termijn van deze schuldsaneringsregeling vast op 24 maanden, te rekenen van de dag van deze uitspraak.
Bron: Rechtbank Limburg (Roermond) 17 oktober 2023 ECLI:NL:RBLIM:2023:6126
* Mr. dr. G.H. Lankhorst is beleidsadviseur bij de Directie Rechtsbestel van het
Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarnaast is hij redactielid van het
Tijdschrift Schuldsanering en doceert en examineert Geert Lankhorst
in de Leergang Wsnp van OSR Juridische Opleidingen.