Column Geert Lankhorst * – Ingangsdatum schuldsanering vervroegd gezien minnelijke afdrachten en taken bewindvoerder

Nieuws

Termijnreductie ja of nee: het zal de komende periode nog vaak in de rechtspraak opduiken. De ingangsdatum van een schuldsaneringsregeling werd door de rechtbank in Zwolle bepaald op een jaar voorafgaand aan het toelatingsvonnis. De eerste daadwerkelijke aflossing in het minnelijke schuldhulptraject (afdracht spaarcapaciteit) vond plaats in oktober 2022 maar in die maand werd ook nog afgelost over augustus en september 2022. De ingangsdatum werd dan ook niet zoals verzocht reeds eerder dan oktober 2022 bepaald, mede omdat volgens de rechtbank de bewindvoerder in een schuldsanering de gelegenheid moet hebben om de wettelijke taken goed uit te voeren.

Beschermingsbewind ging vooraf

Over de goederen van verzoeker X is op 6 januari 2022 door de kantonrechter een onderbewindstelling uitgesproken, met benoeming van Aktiva B.V. te Hoogeveen tot (beschermings)bewindvoerder. X heeft anderhalf jaar later een Wsnp-verzoekschrift  ingediend, welk verzoek is behandeld ter zitting van 25 september 2023. Zowel verzoeker zelf als de beschermingsbewindvoerder van Aktiva B.V. zijn ter zitting verschenen. X heeft verzocht de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing te verklaren en heeft ook verzocht te bepalen dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling reeds met terugwerkende kracht start op 1 augustus 2022. De rechtbank behandelde eerst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en vervolgens het verzoek om een eerdere ingangsdatum.

Beoordeling toelating schuldsanering

Het schuldsaneringsverzoek voldoet volgens de rechtbank aan de daaraan gestelde eisen. X verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden. Voorts heeft X voldoende aannemelijk gemaakt dat hij ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schuldenlast in de drie jaar voorafgaand aan het verzoekschrift, te goeder trouw is geweest. Tevens heeft X voor de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat hij de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank laat X daarom toe tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.

Beoordeling eerdere ingangsdatum

En dan het verzoek om te bepalen dat de ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling vóór het toelatingsvonnis komt te liggen. Wat zegt de rechtbank daarover ? X heeft aangevoerd dat hij vanaf augustus 2022 maximaal heeft afgedragen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Op 1 juli 2023, zo memoreert de rechtbank, is de Wet verbetering doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen in werking getreden (Staatsblad 2023, 87). Als gevolg van inwerkingtreding van deze wet is onder andere artikel 349a lid 1 Faillissementswet (Fw) aangepast, in die zin dat nu is bepaald dat de termijn van de schuldsaneringsregeling anderhalf jaar bedraagt te rekenen van de dag van de uitspraak tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285 eerste lid onder f, indien die dag eerder is gelegen.

Maandelijkse afdrachten in het minnelijke schuldhulptraject

Uit het in het verzoekschrift opgenomen overzicht van maandelijkse afdrachten maakt de rechtbank op dat de eerste aflossing in het minnelijk traject in oktober 2022 heeft plaatsgevonden. Ter zitting is toegelicht dat de eerste aflossing onder andere bestond uit de spaarcapaciteit van de maanden augustus en september 2022, zodat het verzoek is om de ingangsdatum van de looptijd reeds op 1 augustus 2022 te bepalen. De rechtbank is echter van oordeel dat de ingangsdatum moet worden bepaald aan de hand van de eerste maand waarin daadwerkelijk is afgelost, hetgeen niet eerder dan oktober 2022 is.

Goede uitvoering wettelijke taken door bewindvoerder

Dan volgt nog een bijzondere rechtsoverweging. Want de rechtbank in Zwolle legt een link met de rol van de bewindvoerder bij de vraag naar de termijnreductie. De rechtbank heeft bij de startdatum oktober 2022 namelijk ook betrokken dat de wettelijke schuldsaneringsregeling minimaal zes maanden moet duren om de bewindvoerder de gelegenheid te geven zijn of haar wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren. De rechtbank noemt geen voorbeelden, maar het is evident dat de inventarisatie van de boedel en de verslaglegging hierbij zeer belangrijk is. Op basis van de periodieke verslaglegging door de bewindvoerder (art. 318 Fw) kan de rechtbank goed geinformeerde beslissingen nemen. En het ligt voor de hand dat de bewindvoerder ook bij een korter durend schuldsaneringstraject in staat moet worden gesteld om invulling te geven aan de wettelijke toezichthoudende taken (art. 316 Fw). Al met al een interessante wijze van benadering in dit vonnis. De rechtbank zal de ingangsdatum van de termijn van de schuldsanering dan ook bepalen op 9 oktober 2022, zodat de (huidige wettelijke) standaardtermijn van anderhalf jaar per die datum een aanvang neemt. Tenslotte overweegt de rechtbank dat door de (eerdere) toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling de reeds ten laste van verzoeker gelegde beslagen van rechtswege zijn komen te vervallen. De rechtbank spreekt de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van verzoeker en bepaalt op grond van artikel 349a lid 1 Faillissementswet dat de ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling 9 oktober 2022 is.

Bron: Rechtbank Overijssel (Zwolle), 9 oktober 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:4142

* Mr. dr. G.H. Lankhorst is beleidsadviseur bij de Directie Rechtsbestel van het
Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarnaast is hij redactielid van het
Tijdschrift Schuldsanering en doceert en examineert Geert Lankhorst
in de Leergang Wsnp van OSR Juridische Opleidingen.

Vorig bericht
Overlap tussen de wettelijke regels van de schuldsaneringsregeling en van het faillissement: de schakelbepaling (deel 1)
Volgend bericht
Overlap tussen wettelijke regels schuldsanering en faillissement: de schakelbepaling (deel II)

Gerelateerde berichten

Geen resultaten gevonden.
keyboard_arrow_up