Column Geert Lankhorst * – Dwangakkoord niet het maximaal haalbare nu gemeentelijke vrijstelling sollicitatieplicht niet tevens geldt in Wsnp

Nieuws

Onvoldoende aannemelijk is voor de Rotterdamse rechters dat het voorstel het uiterste is waartoe de debiteur in staat moet worden geacht. Zij heeft een ontheffing van de inspanningsverplichting van de gemeente gekregen tot juli 2025 omdat haar jongste kind jonger is dan vijf jaar. Het betreft hier een ontheffing op basis van sociale redenen en niet op basis van medische redenen, nu de debiteur graag weer aan het werk wil wanneer haar jongste kind naar school gaat. Maar er zijn voldoende voorliggende voorzieningen, zoals kinderopvang en daarmee samenhangend kinderopvangtoeslag die het mogelijk maken om zich in te spannen om nu al een betaalde dienstbetrekking te vinden.

Ontheffing van de sollicitatieplicht

Mevrouw A heeft op 21 april 2023 een dwangakkoord verzocht om één schuldeiser, Kiddoozz Rotterdam B.V., die weigert mee te werken aan een door haar aangeboden schuldregeling, te bevelen om in te stemmen. Ter zitting van 30 augustus 2023 zijn A en twee medewerkers van Plangroep schuldhulp gehoord. Kiddoozz is niet verschenen. A heeft vijftien concurrente schuldeisers, die in totaal een bedrag van € 35.141,88 te vorderen hebben. A heeft bij brief van 9 december 2022 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, met een betaling van 5% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Zij heeft een ontheffing van de sollicitatieplicht gekregen van de gemeente Ridderkerk tot 22 juli 2025 omdat haar jongste kind jonger is dan vijf jaar. A wil graag weer aan het werk als haar jongste kind naar school gaat. Ze staat sinds 2021 onder beschermingsbewind. Dit bewind loopt naar behoren. De vaste lasten worden tijdig door de beschermingsbewindvoerder voldaan. Veertien schuldeisers stemmen met de schuldregeling in. Kiddoozz stemt hier als enige niet mee in, met een vordering op A van € 469,59. In de contacten met schuldhulpverlening heeft Kiddooz te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden: zij wenst integrale betaling van de vordering.

Aangeboden minnelijk akkoord

Het aanbod is gebaseerd op de NVVK-norm en de afloscapaciteit is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van A’s Participatiewet-uitkering. De uitkering van een prognosepercentage betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of lager zal kunnen uitvallen. A heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Zij heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.

Geen uiterste inspanning vanwege ontheffing sollicitatieplicht

De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is dat het voorstel het uiterste is waartoe A in staat moet worden geacht. A heeft een ontheffing van de inspanningsverplichting van de gemeente Ridderkerk gekregen tot 22 juli 2025 omdat haar jongste kind jonger is dan vijf jaar. Het betreft hier een ontheffing op basis van sociale redenen en niet op basis van medische redenen. Met andere woorden: een gemeentelijke ontheffing van de sollicitatieplicht is niet tevens bepalend voor de gang van zaken in de Wsnp. Verwarrend wellicht voor debiteuren, maar aan de andere kant zou in de schuldhulpverlening daar ook heel duidelijk op gewezen moeten worden ter voorkoming van misverstand en teleurstelling, en de Wsnp is natuurlijk een fundamenteel andersoortig traject – geen hulpverlening en direct ingrijpend in de aanspraken van crediteuren.

Inspanningsplicht per direct

Ter zitting heeft A aangegeven dat zij graag weer aan het werk wil wanneer haar jongste kind naar school gaat. Naar het oordeel van de rechtbank bestaan er voldoende voorliggende voorzieningen, zoals kinderopvang en daarmee samenhangend kinderopvangtoeslag die het A mogelijk maken zich in te spannen om nu al een betaalde dienstbetrekking te vinden. Uit het verzoekschrift en de zitting is onvoldoende duidelijk geworden dat A niet in staat zou zijn om (minimaal) 36 uur per week te werken. De rechtbank kan er dus niet van uitgaan dat bij de uitvoering van het prognosevoorstel de controle op het nakomen van de inspanningsverplichting  plaatsvindt op een wijze die overeenkomt met de controle tijdens de uitvoering van een wettelijke schuldsaneringsregeling, hetgeen de schuldeisers wel mogen verwachten. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de belangen van de weigerende schuldeiser zwaarder wegen dan die van A of de overige schuldeisers. Het verzoek tot een bevel om in te stemmen met de aangeboden minnelijke schuldregeling wordt afgewezen.

Bron: Rechtbank Rotterdam 6 september 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:9602

* Mr. dr. G.H. Lankhorst is beleidsadviseur bij de Directie Rechtsbestel van het
Ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarnaast is hij redactielid van het
Tijdschrift Schuldsanering en doceert en examineert Geert Lankhorst
in de Leergang Wsnp van OSR Juridische Opleidingen.

Vorig bericht
Column Geert Lankhorst * – Voldoende aantonen dat buitengerechtelijke schuldregeling onmogelijk is
Volgend bericht
Column Geert Lankhorst * – Langere schuldsaneringstermijn van 3 jaar gezien de aard van de schuld

Gerelateerde berichten

Geen resultaten gevonden.
keyboard_arrow_up